Dit blijkt uit een uitspraak die de rechtbank dinsdag heeft gedaan.
Wessanen stelde zijn bestuursvoorzitter in februari op non-actief. In het
arbeidscontract was vastgelegd dat Wessanen bij opzegging een omvangrijke
vertreksom moet betalen. Om dit te voorkomen, wilde Wessanen de overeenkomst
via de rechter ontbinden. Volgens Veenhof heeft hij recht op een vergoeding
van ongeveer 1,2 miljoen euro.
Kantonrechtersformule
De rechtbank stelde in deze procedure niet te kunnen oordelen of die
vergoeding inderdaad moet worden uitgekeerd. In plaats daarvan kende de
rechter een vergoeding toe van 558.500 euro. Hierbij baseerde de rechtbank
zich op de zogeheten kantonrechtersformule. Dit is de standaardmethode die
rechters gebruiken om ontslagvergoedingen vast te stellen.
Wessanen stelde dat de oud-topman zijn ontslag aan zichzelf te wijten heeft.
Zijn handelen zou "dominant en oncollegiaal” zijn geweest en hij zou
te weinig doortastend hebben gewerkt aan doorvoering van de strategie. De
rechtbank ging hier niet in mee en stelde dat het bedrijf deze stellingen "onvoldoende
feitelijk heeft onderbouwd.”
In een reactie via zijn woordvoerder liet Veenhof weten vooral dit als goed
nieuws te beschouwen. Als Wessanen de hogere vergoeding niet uitkeert, zal
hij nog een procedure aanspannen om dat af te dwingen.
De advocaat van Wessanen zei in een reactie dat het bedrijf tevreden is dat de
arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. "Het concern is op een goede wijze
bediend. Het bedrag is alleszins binnen de perken.'' Hij zei dat het concern
niet van plan is Veenhof een hogere vergoeding te betalen dan dinsdag door
de rechter is toegekend.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl